Voedingsfabrieken van de toekomst
Voedingsbedrijven krijgen heel wat prestatie-eisen op hun bord. Toegevingen op het vlak van voedselveiligheid zijn uit den boze: enkel 100% veilig is goed genoeg. Elke productiemanager probeert daarnaast de productiviteit te maximaliseren, maar moet toch voldoende marge overhouden om te kunnen inspelen op de extra verkoop van seizoenschommelingen, commerciële campagnes of nieuwe producten. Snel schakelen is dan de boodschap. Daarnaast worden de lastenboeken klantgerichter, de series en volumes kleiner en de ‘runs’ korter. Onvermijdelijk sijpelt deze druk op de bedrijfsvoering door tot op de werkvloer waar dit leidt tot een vraag om meer aandacht voor werkbaar werk.
Partners
Anders organiseren als antwoord
Omgaan met deze eisen vraagt dat bedrijven zich anders of slimmer organiseren. De bureaucratische werkvorm – waarbij het werk wordt verknipt in kleine deeltjes en waarbij mensen afhankelijk zijn van beslissingen van andere afdelingen en leidinggevenden – moet baan ruimen voor innovatievere organisatievormen. Bedrijven evolueren van hiërarchische, dwingende naar inspirerende organisaties. Met eenvoudige bouwstenen en waarin mensen het vertrouwen, de goesting én de autonomie krijgen om een complexe, leerrijke opdracht tot een goed eind te brengen.
Acties en realisaties
Met zeven bedrijven werden tussen 2017 en 2020 twee ‘lerende netwerken’ gevormd. Vier jaar lang kwamen deze bedrijven via zo’n lerend netwerk om de vier maanden samen. Tijdens deze collectieve sessies werd de voortgang van de individuele trajecten gemonitord, en werden inzichten en ervaringen gedeeld. Daarnaast volgden we de bedrijven ook individueel op. Bij een aantal van deze bedrijven (Délino, Eclair, Remo-Frit, Vandemoortele Izegem) ging het om intensieve trajecten, waarbij ook impactstudies op het vlak van werkbaarheid (nul- en eindmetingen) en performantie werden uitgevoerd. De trajecten van de andere bedrijven (Alpro, Dacor, Libeert) werden iets meer vanop afstand gevolgd.
Het uitgangspunt bij dit collectief en individueel begeleiden van de betrokken bedrijven was dat het eigenaarschap van hun verandertraject bij henzelf lag. De rol van Workitects was om te klankborden, en vooral om inzichten mee te geven rond een integrale aanpak van organisatieontwerp en -ontwikkeling.
In de loop van het project werden ook een aantal ‘Innovatielabs’ georganiseerd: praktijkgerichte opleidingen van vier sessies. In totaal namen hieraan een 50-tal mensen uit 16 voedingsbedrijven deel (Agristo, Cargill, Citrique Belge, Continental Foods, Culinor, Dupont Cheese, Jacques IJs, La vie est belle, Levenstond Seafood, Libeert, Manna, Pomuni, RAPS Benelux, Refresco, Remo-Frit en Taura Natural Products).
Werkbaarheidsonderzoek
Eén van de onderzoeksluiken van het WIFI2020-project focuste op het thema werkbaarheid:
- 1. Wat leren we op vlak van werkbaarheid in de WIFI2020-bedrijven?
- 2. Wat is de impact van de verandertrajecten en arbeidsorganisatorische interventies bij de WIFI2020-bedrijven op de werkbaarheid?
Werkmeter
Om deze vragen te beantwoorden, werd de welzijnsbevraging Werkmeter gebruikt. De enquête werd tijdens het WIFI2020-project (periode 2018-2020) afgenomen in negen Vlaamse voedingsbedrijven. In vier van die bedrijven ging het om twee afnames: een nul- en een eindmeting.
Het doel van deze werkbaarheidsbevragingen was tweeledig. De resultaten en inzichten werden in de eerste plaats gebruikt om elk bedrijf individueel advies aan te reiken rond werkbaarheid en mogelijke interventies om die werkbaarheid te verbeteren. De data zijn bovendien verder onderzocht in:
- 1. een cross-sectionele analyse van de werkbaarheid van de belangrijkste functiegroepen in negen voedingsbedrijven, en
- 2. een longitudinale impactanalyse van de verandertrajecten bij vier WIFI2020-bedrijven, waarbij de analysegroepen met zichzelf werden vergeleken aan het begin en het einde van het verandertraject.
Het onderzoek leverde onder meer volgende inzichten op:
- Voor 400 werknemers nam de werkbaarheid gemiddeld met 10% toe.
- De nood aan recuperatie nam af met 12%. Dit is een belangrijke indicator van stress en uitputting, en een voorspeller voor gezondheidsklachten en absenteïsme.
- Medewerkers hadden maar liefst 22% minder vaak de intentie om het bedrijf te verlaten.
- De werknemers die meer kansen kregen om in hun job zaken uit te proberen en zich te ontwikkelen, toonden een sterkere motivatie en bevlogenheid.
- Autonomie bij het invullen van de dagplanning bleek een belangrijke buffer tegen stress.
- Stresserende piekmomenten kunnen zelfs gepaard gaan met een sterkere betrokkenheid en/of tevredenheid, maar enkel als mensen het gevoel hebben grip te hebben op de situatie.
- Een goede teamwerking, waarbij werknemers er ‘samen’ voor gaan, biedt een mentale buffer tegen wijzigende planningen en tijdsdruk.
- Bedrijven die inzetten op de begeleiding en kwaliteit van de leidinggevenden boeken een sterke winst op het vlak van werkbaarheid voor hun ondergeschikten.
Samen op smaak gebracht
De inzichten uit het project werden samen met verhalen uit de betrokken bedrijven gebundeld in het boek ‘Samen op smaak gebracht. Over het organiseren van arbeid in de voedingsfabrieken van de toekomst’.
Lieven Eeckelaert en Frank De Craecker van Workitects geven in het boek goesting om ook zelf aan de slag te gaan. Je vindt er interessante casestudies waar elke bedrijfsleider, productiemanager of personeelsverantwoordelijke uit kan leren. Laat jezelf overtuigen, of gebruik het boek om je collega’s kennis te laten maken met de mogelijkheden van een slimme arbeidsorganisatie.